Datum
Advertentie voor Top

Rapporten over achterstallig onderhoud ingestorte Wilhelminatoren stapelen zich op: ‘Met mensenlevens gespeeld’

29-08-2025 - 19:00
Eefje Goudappel/Sjoerd Verbiesen
Valkenburg

Een inspectierapport van de gemeente Valkenburg aan de Geul waarschuwde al in 2014 voor een mogelijk gevaarlijke situatie bij de Wilhelminatoren. De gemeente gaf opdracht aan eigenaren Roy en Paul Geenen om de gebreken snel te herstellen, maar dat is niet gebeurd. Dat blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Heuvelland Vandaag en De Limburger.

Waarom de gebreken niet zijn hersteld, blijft onduidelijk. Ontbrekende stukken in het gemeentelijk archief, verschillende bouwkundige interpretaties, een toreneigenaar die terughoudend is met informatie en bestuurders en ambtenaren die zich niets kunnen herinneren, maken het een grote legpuzzel met ontbrekende stukken. Puzzel of niet, volgens emeritus-hoogleraar bouwkunde van de TU Delft Rob Nijsse, die het rapport uit 2014 heeft ingezien, hebben eigenaar en gemeente gefaald en is er “met mensenlevens gespeeld”. 

Gemeentelijk rapport
Het rapport uit 2014 is het zoveelste dat de afgelopen decennia gebreken en achterstallig onderhoud bij de Wilhelminatoren constateert. Eerder berichtte Heuvelland Vandaag al over rapporten uit 1999, 2022 en 2024 waarin problemen werden gevonden bij stalen balken, betonnen trappen en vloeren. De rapporten uit 2022 en 2024 waren in opdracht van de eigenaren gemaakt. Een deel daarvan werd pas in 2024 naar de gemeente gestuurd als onderdeel van een vergunningsaanvraag voor het vervangen van de vloer van de zesde verdieping van de toren. Het nu opgedoken rapport uit 2014 is echter door de gemeente zélf opgesteld na een melding over een mogelijk gevaarlijke situatie. 

De bal komt aan het rollen als op 22 juli 2014 de brandweer een reguliere inspectie doet naar de brandveiligheid bij de Wilhelminatoren. Er worden meerdere gebreken rond de brandveiligheid geconstateerd. Opvallend is dat er door de brandweer ook een melding bij de gemeente wordt gedaan over de staat van het gebouw. Die melding is voor de gemeente reden om binnen een week bij de toren op de stoep te staan voor een controle.

Alarmerende voorspelling
Een constructeur en een ambtenaar van de afdeling Toezicht stellen vast dat de stalen constructie die de bovenste verdiepingsvloer ondersteunt, is doorgeroest. Die balk, “waarvan het lijf voor een groot gedeelte door corrosie is weggevreten, zal naar verloop van tijd haar draagkracht totaal verliezen”, waarschuwen de controleurs in hun rapport. Als dat gebeurt, bestaat de kans dat, als de betonnen vloer geen andere oplegging heeft dan de stalen ligger, ook die zal “bezwijken en instorten”. “Nu de corrosie van de stalen balk voortgaat zal deze haar stijfheid en weerstand verliezen,” staat in het rapport. “Dit zal dan lijden tot voortschrijdende instorting”, is de alarmerende voorspelling inclusief taalfout.


De gebreken zijn voor de gemeente aanleiding om de eigenaar te waarschuwen dat er bestuursrechtelijke maatregelen genomen kunnen worden, als hij de stalen balk volgens het advies van de constructeur niet snel vervangt. Hoewel de gemeente constateert dat er geen direct gevaar is, moet de eigenaar een gevaarlijke situatie in de toekomst voorkomen en actie ondernemen, zo staat in een brief, gestuurd op 7 augustus 2014. Daarin geeft de gemeente de eigenaar een maand de tijd om de gebreken te verhelpen. Doet de eigenaar dat niet, dan kan de gemeente stappen ondernemen.

Onduidelijk
Vanaf dat moment is onduidelijk wat er met die waarschuwing en de opdracht om die gebreken te herstellen, is gebeurd. Navraag bij de gemeente Valkenburg aan de Geul levert geen duidelijk antwoord op. In de gemeentelijke archieven is volgens burgemeester Daan Prevoo geen vervolgcorrespondentie te vinden. Wel vindt de gemeente na onderzoek een rapport dat is opgesteld door het bedrijf QIS, dat is gespecialiseerd in radiografisch onderzoek. Dit rapport dateert uit november 2014, twee maanden na het verstrijken van de door de gemeente gestelde deadline voor het vervangen van de doorgeroeste balk. Het rapport heeft volgens de gemeente geen bijlagen of begeleidende documenten, waardoor onduidelijk is hoe het bij de gemeente terecht is gekomen, wie inzage heeft gehad en wat ermee is gedaan. 

Radiografisch onderzoek
Opdrachtgever voor het onderzoek van QIS was Pinkaarts, een grondverzetbedrijf in Schimmert, die dat weer deed in opdracht van toreneigenaar Geenen. Het bedrijf QIS is de buurman van Pinkaarts. QIS onderzoekt voor eigenaar Geenen de bovenste verdiepingsvloer van de toren met speciale apparatuur. Concreet wordt er met röntgenstralen gekeken of er in het beton bewapening aanwezig is.  ‘Acceptable’, staat er in het Engels als conclusie van het rapport. Burgemeester Prevoo vermoedt nu, dat het woord ‘acceptable’, bij een ambtenaar de indruk heeft gewekt dat de veiligheid van de verdiepingsvloer in orde was. “Het lijkt aannemelijk dat de desbetreffende ambtenaar van destijds op basis van de resultaten uit het rapport van QIS heeft geconcludeerd dat de wapening van de vloer ‘acceptabel’ was en dus een positief signaal voor de beoordeling van de draagkracht”, laat de gemeente weten. Dit zou een reden kunnen zijn waarom er niet handhavend is opgetreden.

Maar die ambtelijke conclusie over de veiligheid van de vloer, als die inderdaad in 2014 is getrokken, is onjuist, blijkt uit navraag bij André Broeke, regiomanager van QIS.  Volgens Broeke geeft het woord ‘acceptable’ alleen aan dat er tijdens het onderzoek bewapening in de vloer is gevonden. Het QIS-rapport geeft volgens Broeke geen oordeel over de constructieve veiligheid van de vloer. “Wij hebben alléén gekeken of er bewapening in zat. Dat was inderdaad het geval. Bouwkundig hebben wij er geen enkel oordeel over geveld. Dat moet de klant beoordelen op basis van berekeningen, normering en bouwnormen. Wij zijn geen bouwkundig bedrijf, maar een onderzoeksbedrijf.” 

Vraag
De grote vraag is wie de conclusie heeft getrokken dat de zesde verdiepingsvloer van de toren veilig was, ondanks de geconstateerde gebreken. De gemeente, die uitputtend intern onderzoek heeft verricht, kan het antwoord niet vinden. Ook meerdere ambtenaren die in 2014 bij de afdeling Veiligheid, Toezicht en Handhaving werkten en door Heuvelland Vandaag en De Limburger zijn benaderd, kunnen zich niet herinneren wat er met het rapport is gebeurd of hoe de kwestie is afgehandeld.

Datzelfde geldt voor Louk Bongarts, die in 2014 gemeentesecretaris was in Valkenburg. Inmiddels is hij wethouder in de gemeente Meerssen. Hij heeft het rapport van de gemeente, de manende brief aan Geenen of het QIS-rapport “totaal niet op mijn netvlies. En dat bevreemdt mij”, zegt hij. De portefeuillehouder, Martin Eurlings, moet er normaal gesproken van geweten hebben, licht Bongarts toe. “Ik kan me niet voorstellen dat dat niet met de burgemeester is kortgesloten, maar ik durf het niet te zeggen, ik weet het gewoon niet.”
Navraag bij de toenmalige wethouders Charles van Melsen, Carlo Vankan, Jan Vermeer, Bert Dauven en Remy Meijers leert dat ook geen van hen zich het rapport of de nasleep ervan kan herinneren. 

'Geen actief geheugen'
Portefeuillehouderhouder Martin Eurlings, die in 2014 als burgemeester verantwoordelijk was voor openbare veiligheid, toezicht en handhaving, zegt zich niets te herinneren van het rapport uit 2014. “Ik heb er geen actief geheugen aan”, laat hij weten tijdens een eerste telefoongesprek op 9 juli. Meerdere malen wordt er door de redacties contact gelegd met Eurlings, die al sinds de jaren zeventig betrokken is bij de plaatsing en het onderhoud van het kruis dat op de Wilhelminatoren stond. Sinds 1992 is hij voorzitter van de Stichting ’t Kruus op d’n Tore, die eigenaar is van het kruis en recht heeft op erfpacht. “Ik zou elke schijn van belangenverstrengeling vermijden”, zegt huidig burgemeester Prevoo over deze dubbelrol van de oud-burgemeester.


Oud-burgemeester Martin Eurlings van Valkenburg aan de Geul

Tijdens de gesprekken met Heuvelland Vandaag benadrukt Eurlings meermaals dat niet de gemeente, maar de eigenaar verantwoordelijk is voor het onderhoud aan het monument. En laat hij weten dat als er sprake was geweest van een onveilige situatie, “dan zou ik het heel goed op mijn netvlies hebben, dat garandeer ik u”. Een aanbod om het rapport in te zien, wijst hij af. En als De Limburger hem op 23 juli nogmaals vraagt om verdere informatie, wil hij helemaal niet meer reageren en verwijst hij naar de gemeente. “Dat is het einde van dit gesprek, fijne dag”, zegt hij, voordat hij de verbinding verbreekt. 

Opvolger
En ook Eurlings’ opvolger Jan Schrijen, die vanaf 2017 burgemeester was van Valkenburg, is niet bekend met problemen rond het onderhoud van Wilhelminatoren. “In mijn periode, tot 2021, is veiligheid van de Wilhelminatoren nóóit een thema geweest.” 

Eigenaar Paul Geenen, die sinds de instorting van de toren meermaals heeft aangegeven niet in te gaan op persvragen zolang de onderzoeken rond de instorting van de toren niet zijn afgerond, komt afgelopen maandag toch met antwoorden op een deel van de tientallen vragen die schriftelijk aan hem zijn gesteld. Hij heeft het bureau Castermans, Bertram en Holten onderzoek laten doen naar onder meer de afhandeling van het rapport uit 2014. Zij komen tot de conclusie dat eigenaar Geenen terecht de doorgeroeste stalen liggers niet heeft laten vervangen.

Controleberekening
In 2015 heeft het bedrijf Nijsten Engineering uit Beek, zo staat in de rapportage van Castermans, een controleberekening uitgevoerd van de vloer van de zesde verdieping van de toren. Wiel Nijsten kwam tot de conclusie dat de doorgeroeste profielen “geen constructieve functie hebben”. “Aan de hand van het geruststellende rapport van Nijsten Engineering heeft u vervolgens terecht geconcludeerd dat er geen sprake was van een constructief onveilige situatie”, schrijft Castermans aan Geenen. Castermans meldt verder dat het rapport van Nijsten aan de gemeente is gestuurd. “Ik ga ervan uit dat de gemeente dit rapport ter controle heeft ontvangen en hiermee akkoord is gegaan. Deze conclusie trek ik uit het feit dat er vervolgens niet ‘handhavend’ is opgetreden door de gemeente.” De gemeente kan het rapport van Nijsten echter niet vinden in haar archieven. Geenen is gevraagd om het rapport van Nijsten te verstrekken, maar dat weigert hij.



Daarna blijft het bijna 10 jaar stil rond de toren. Uit archiefonderzoek en een Woo-verzoek (Wet open overheid) waarin Heuvelland Vandaag alle gemeentelijke inspectierapporten van de toren bij de gemeente heeft opgevraagd, blijkt dat er tussen 2015 en het instorten van de toren op 16 maart 2025 geen inspecties zijn uitgevoerd. Ook zijn er geen renovatievergunningen voor de toren aangevraagd.

Constructieve veiligheid
Pas in 2024 komt de onderhoudstoestand van de toren opnieuw in beeld bij de gemeente, als ze twee rapporten krijgt, die in opdracht van de eigenaren in 2024 zijn opgesteld. De eigenaren sturen de rapporten mee als bijlagen bij een aanvraag voor een vergunning om de zesde verdiepingsvloer te vernieuwen. Uit die rapporten, opgesteld door de bedrijven Palte en Boosten, blijkt dat de constructieve veiligheid van die zesde verdieping in het geding is.  “De schade aan de staalconstructie is ernstig (…) en het beton valt uit elkaar”, valt te lezen. De “veiligheid van de vloer kan (…) niet gegarandeerd worden”, is de conclusie.  

De gemeente Valkenburg heeft vlak na het instorten van de toren, en opnieuw op 9 juli laten weten dat de zesde verdiepingsvloer, waarover in de rapporten wordt gesproken, intact tussen het puin is aangetroffen. “Er lijkt dan ook geen causaal verband te zijn tussen de in 2014 geconstateerde gebreken aan die vloer en het instorten van de toren”, legt de gemeente uit.

Veiligheid publiek
Ondanks deze conclusie van de gemeente is het volgens emeritus-hoogleraar bouwkunde Rob Nijsse overduidelijk dat de veiligheid van het publiek ernstig in gevaar is gebracht. Nijsse heeft alle rapporten die in handen zijn van Heuvelland Vandaag en De Limburger bestudeerd. Het rapport uit 2014 noemt hij ‘zeer verontrustend’. “De tranen schieten me in de ogen. Ik had gezegd: sluiten die boel en ga alles goed repareren.” Nijsse reageerde tegen Heuvelland Vandaag al eerder over de rapporten uit 2022 en 2024. Ook toen was hij onverbiddelijk, de gemeente had de toren meteen moeten sluiten. “Er waren een heleboel signalen dat er een onveilige situatie was, die uiteindelijk heeft geëindigd in een instorting. De gebouweigenaar, en natuurlijk ook de overheid, die ons moet controleren en beschermen, hebben daarin gefaald. En ik vind dat een ernstig feit. We mogen dolblij zijn dat er geen doden of gewonden zijn gevallen.”

'Ongenuanceerd'
Burgemeester Prevoo noemt die harde conclusie van professor Nijsse ‘ongenuanceerd’.  Hij gaat ervan uit dat er wel toezicht is geweest. “Ik vertrouw op mijn eigen organisatie. Het lijkt ondenkbaar dat er tien jaar geen toezicht is uitgevoerd op zo’n prominent gebouw. Ik baal ervan dat er geen stukken zijn die dat aantonen.”  Dat er stukken lijken te ontbreken in het archief verbaast de burgemeester. Hij vindt het ‘opmerkelijk’.

Toch steekt Prevoo ook hand in eigen boezem. Hij vertelt dat de periode sinds de instorting van de Wilhelminatoren voor hem en zijn organisatie ‘één grote leerschool’ is. Vooral op het gebied van de toezichthoudende taak van de gemeente zijn er lessen getrokken. De taak van de gemeente is vastgelegd, maar er zit volgens de burgemeester “geen handleiding bij hoe je dat moet uitvoeren”. Het ongewone voorval van de instorting heeft er dan ook voor gezorgd “dat we in algemene zin beter beseffen wat toezicht in zou moeten houden”.

Inlichten
Wel vindt Prevoo dat de opstellers van de rapporten over de onderhoudstoestand, de gemeente hadden moeten inlichten over hun bevindingen. Opstellers Klement Rentmeesters, Palte en Boosten zijn het daar niet mee eens. Ze verwijzen alle drie naar hun opdrachtgever en vinden dat het niet hun taak is om meldingen te doen.


Professor Nijsse is het op dit gebied wél met Prevoo eens. Nijsse is vooral fel over het handelen van de Monumentenwacht, een organisatie die eigenaren van monumenten ondersteunt met inspecties en advies. Die Monumentenwacht, gevestigd in Maastricht, onderzocht in opdracht van de familie Geenen de staat van de toren in het voorjaar van 2023. Dat werd gedaan als onderdeel van een subsidieaanvraag voor reparatie van de vloer van de zesde verdieping bij de provincie. Dat rapport werd niet met Valkenburg gedeeld en is via een Woo-verzoek bij de provincie in handen van de redacties gekomen.

In dat rapport komen dezelfde conclusies naar voren als in alle andere rapporten: de stalen balken onder de zesde verdieping zijn “plaatselijk geheel weggeroest”. Het advies luidt om “de stalen constructie te laten controleren op sterkte”. Ook de betonnen trap is volgens de Monumentenwacht in slechte technische staat. Wat dit rapport anders maakt dan de andere, is dat de Monumentenwacht regelmatig inspecties heeft uitgevoerd en daardoor een oordeel kan vellen over het onderhoud door de eigenaar door de jaren heen. De conclusie liegt er niet om. “Uit de rapporten van de laatste 5 jaar blijkt dat de onderhoudsstaat van het gebouw achteruit gaat. Dit is een gevolg van het feit dat er onvoldoende onderhoud wordt uitgevoerd.”

'Geen monumentenpolitie'
Ondanks deze conclusies informeerde de Monumentenwacht de gemeente niet over de staat van de toren. Aryan Klein, directeur-bestuurder van de Monumentenwacht Limburg zegt de inspecties van zijn organisatie niet te delen met derden, ook niet met overheden. “Het is aan de gemeente als handhavend gezag om te zorgen voor een stukje veiligheid”, licht hij toe. Zijn organisatie is geen ‘monumentenpolitie’.  Hij voegt daar wel aan toe dat er bij een acuut gevaarlijke situatie een gesprek wordt aangegaan met de eigenaar. Maar daar was in Valkenburg volgens hem “geen sprake van, denk ik”.

Verantwoordelijk
Voor de beslissing om het rapport niet te delen, heeft Nijsse geen goed woord over. “Dat vind ik afschuwelijk om te horen”, zegt hij. Nijsse trekt de vergelijking met dokters die hun patiënten moeten beschermen en hetzelfde geldt volgens hem voor zijn beroepsgroep. “Ik vind dat constructeurs dat ook moeten doen. Dat deze mensen die dit zeggen dit op hun geweten hadden kunnen hebben…. Als er doden waren gevallen, wat ik een reëel gevaar vind, dan vind ik dat zij ook verantwoordelijk moeten zijn en gestraft moeten worden.”

Voor dit artikel is gezamenlijk research gedaan met De Limburger. Hun publicaties zijn hier te lezen. 


Advertentie